• Home
  • Books
  • Dwarsverbanden in het denken over vrije wil en God

Dwarsverbanden in het denken over vrije wil en God

Palmyre Oomen, Dwarsverbanden in het denken over vrije wil en God, Afscheidsrede, Nijmegen: Oomen, 2013, 27 pp.

Rede in verkorte vorm uitgesproken te Nijmegen op woensdag 19 juni 2013, bij het afscheid als senior onderzoeker Theologie & Natuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen en als bijzonder hoogleraar Wijsbegeerte vanwege de Stichting Thomas More aan de Technische Universiteit Eindhoven

Back cover:

De rede van Palmyre Oomen vormde de afsluiting van het afscheidssymposium Vrije wil – van hersenwetenschap tot theologie, dat plaats vond op 19 juni 2013 te Nijmegen.
Op dit symposium stond de vraag centraal naar de mogelijkheidsvoorwaarden voor een vrije wil. Door de sprekers werd daarbij ingegaan op de noodzakelijke bijdrage van respectievelijk onze hersenen, onze lichamelijkheid, alsook van het ingebed zijn in een samenleving.

Palmyre Oomen gaat in haar rede in op een andere mogelijkheidsvoorwaarde voor een vrije wil, namelijk op het kunnen oordelen over de eigen verlangens en op het referentiepunt dat daartoe vereist is. Sommige denkers situeren dat referentiepunt in de eigen aard van de persoon (Harry Frankfurt), anderen in het Goede (Iris Murdoch, Susan Wolf) of in God (Thomas van Aquino, A.N. Whitehead). Maar maakt het vereiste van zo’n transcendent referentiepunt als het Goede of God de mens niet juist onvrij? Om deze vraag te beantwoorden, onderscheidt Oomen twee fundamenteel verschillende betekenissen van de notie ‘vrij’ en van de bijbehorende notie ‘vrije wil’.
Hiervan gebruikmakend onderzoekt ze dwarsverbanden in het denken over vrije wil en God. Ze stuit daarbij op een aantal weerbarstige parallellen, maar exploreert met name de mogelijkheid van een meer inhoudelijk verband aan de hand van de relationele natuurfilosofie van A.N. Whitehead. Ze schetst aldus een beeld waarin menselijke autonomie en vrijheid van willen gezien worden als in wezenlijke relatie staande met God en Gods werkzaamheid en tevens als ‘geaard’, namelijk als deeluitmakend van de dynamisch en relationeel opgevatte natuur.

Voor de complete tekst van de rede, klik hier.

Palmyre Oomen (Breda, 1948) was na haar studies biologie (Leiden), theologie en filosofie (beide te Nijmegen) en haar promotie (Nijmegen), vanaf 1997 als senior onderzoeker verbonden aan de Faculteit Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen voor het interdisciplinaire onderzoeksgebied ‘Theologie en Natuurwetenschap’. Tevens was zij vanaf 2002 vanwege de Stichting Thomas More bijzonder hoogleraar Wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Eindhoven.

ISBN 978-90-821581-0-6  /  NUR 730

 

[Inleiding]
"Dames en heren,

Ooit, lang geleden, was ik wiskunde-docent op een middelbare school. Ik had net mijn studie wiskundige biologie afgesloten en mijn verdere studies in theologie en filosofie waren toen nog toekomst. Ik had wel grote theologische vragen – daarom ging ik daarna dan ook theologie studeren. Mijn grootste vraag was: hoe kun je geloven dat God in de wereld iets doet en in de wereld verschil uitmaakt? Van dat ‘doen’ zie je toch nooit iets? Hoe zou het zelfs maar te denken zijn? Een ervaring voor de klas werkte onverwacht als eye-opener. De twaalf- en dertienjarige leerlingen had ik door helder uit te leggen en een prettig werkklimaat te scheppen lekker aan het werken gekregen. Ze waren druk doende hun wiskundeopgaven te maken, en ineens zág ik het: als je die kinderen zo bezig zag, bemerkte je in directe zin niets van mijn werk als docent: ze zaten zelf te denken, te rekenen en grafieken te tekenen. Maar toch, zonder mij zou het zo niet gaan. Mijn werk zat in hun werken. En alleen door hun werken kreeg mijn werken een zichtbare gestalte. 
Dit voorval zette me op een spoor hoe over Gods werkzaamheid gedacht zou kunnen worden: een werkzaamheid die vooral erin bestaat mogelijkheden te bieden, op een wijze die aanstekelijk werkt, en die – ofschoon fundamenteel onmisbaar – nooit zelf als een apart fenomeen te traceren is. Later heb ik dit beeld teruggevonden in het breed uitgewerkt metafysische kader dat is ontwikkeld door de wiskundige, natuurwetenschapper en filosoof Alfred North Whitehead (1861-1947). Samen met de middeleeuwse denker Thomas van Aquino (ca. 1225-1274) was Whitehead een belangrijke wegwijzer op mijn filosofische en theologische denkweg. Deze rede zal dat ook laten zien.
De vraag naar Gods werkzaamheid – op vele manieren gesteld en vaak doordacht in relatie tot thematieken vanuit de natuurwetenschap – was een rode draad door mijn academische werkzaamheden. Daarnaast werd mijn onderzoeksaandacht ook steeds intensiever getrokken naar de thematiek van ménselijk handelen, en dan vooral naar de daarbij opduikende vraag naar de menselijke vrije wil. 
In deze rede zal ik deze twee thematieken verbinden door stil te staan bij dwarsverbanden in het denken over God en het denken over vrije wil. Daartoe zal ik beginnen met het benoemen van een aantal observaties van parallellen in het denken over deze twee thematieken. Of beter, observaties van parallelle problemen. Het gaat om dwarsverbanden die vanwege hun weerbarstigheid door mij ook als ‘dwarse verbanden’ worden aangeduid (1). Daarna neem ik de vraag op naar de vrije wil (2 en 3) - een eeuwenoude vraag, al heeft die zeker nieuw leven ingeblazen gekregen door de recente hersenwetenschap. Mijn uiteenzetting komt dan uit (4) bij de relationele natuurvisie van de genoemde Whitehead waarin de thematiek van autonomie en vrije wil een inhoudelijk dwarsverband krijgt met denken over God en Gods werkzaamheid.

Het zijn me nogal geen onderwerpen: ‘vrije wil’ en ‘Gods werkzaamheid’! Beide roepen bij velen de vraag op: gelóóf je daar dan in? Wel, ik moet zeggen dat ik me zeer thuis voel bij de opmerking van Marc Slors, die in een debat tegen Victor Lamme zei: ‘de vrije wil waar jij niet in gelooft, daar geloof ik ook niet in.’ En een vergelijkbare opmerking komt me vaak op de lippen als het gaat over God en de werkzaamheid van God. Het beeld van een God die af en toe hier of daar iets teweegbrengt, realiseert, verandert of maakt, dat is niet wat mij voor ogen staat. Dat zal, zo hoop ik, aan het einde van dit verhaal duidelijker zijn."

Voor de complete tekst, klik hier.
 

  • Home
  • Books
  • Dwarsverbanden in het denken over vrije wil en God